Een potje tafeltennis in de tuin? Dit zijn de regels

De tafeltennis regels op een rij

Je kan tafeltennis één tegen één of twee tegen twee spelen. Afhankelijk van het aantal vrienden dat komt opdagen, kan je verschillende teams samenstellen.

Het spelletje begint met een service. Dit is ongeveer het belangrijkste onderdeel bij tafeltennis. Tijdens je opslag moet de bal namelijk met een open hand, minimaal 16 cm hoog gegooid worden. Vervolgens moet je het balletje zo slaan dat het balletje eerst jouw speelveld raakt, vervolgens over het net gaat en daarna het speelvlak van je tegenstander raakt.

Daarna mag de bal maximaal één keer stuiteren voordat je het terugslaat. Als de bal niet goed wordt teruggeslagen of als de tegenstander de bal mist, scoor jij een punt. Kan jij de bal niet goed terugspelen of mis jij, dan scoort de tegenstander. Je wisselt om de twee beurten van service.

Puntentelling bij tafeltennis

De puntentelling van één spelletje tafeltennis gaat tot elf, waarbij je pas wint met twee punten verschil. Er worden vijf spelletjes gespeeld met drie winnende spelletjes of zeven spelletjes, waarvan vier winnende. Per game wordt er van spelhelft gewisseld om het eerlijk te laten verlopen.

Om punten te kunnen scoren bij tafeltennis zijn snelheid, tempowisseling en effect belangrijk. Ook precisie is een must om de bal goed te plaatsen en fouten te vermijden. Wat ook aan te raden is, is een goed reactievermogen. Niet te veel biertjes drinken dus als je wilt winnen!